Het Nederlandse huwelijksvermogensrecht wijkt sterkt af van de ons omringende landen door het wettelijke uitgangspunt van de algehele gemeenschap van goederen. Dat is binnenkort verleden tijd. Het initiatiefwetsvoorstel dat op 14 juli 2014 werd ingediend bij de Tweede Kamer door D’66, PvdA en VVD is inmiddels (met een verschil van 1 stem) door de Eerste Kamer aangenomen. Naar verwachting zal de wet per 1 januari 2018 in werking treden. Wat verandert er voor gehuwde stellen ? Het antwoord daarop is eenvoudig: niets.

Voor stellen die vanaf de wetswijziging gaan trouwen verandert er echter heel veel ten opzichte van de oude regeling. Voor de toekomst zal er sprake zijn van een beperkte gemeenschap, namelijk de gemeenschap die wordt opgebouwd tijdens het huwelijk. Privé-bezittingen en privé-schulden van voor het huwelijk privé blijven privé. Giften en erfenissen zijn in beginsel ook privé. De uitsluitingsclausule kan niet worden omzeild door deze via huwelijksvoorwaarden alsnog in een gemeenschap te laten vallen.

De verwachting is dat er bij het einde van het huwelijk flinke bewijsrechtelijke problemen kunnen rijzen. Indien niet kan worden bewezen dat een bepaald goed privé is, wordt het bestempeld als een gemeenschapsgoed en zal de waarde (50 %-50 %) verdeeld moeten worden.

Het opstarten van een onderneming tijdens het huwelijk kan achteraf voor flinke problemen zorgen. De onderneming valt niet in de beperkte gemeenschap, maar er zal achteraf wel sprake zijn van een vergoedingsrecht. Ook is het de vraag hoe er straks gerekend moet worden in geval van investeringen met gemeenschapsgeld in een privé-goed en vice versa? Er zal naderhand (soms decennia later) moeten worden aangetoond hoe de financiering in zijn werk is gegaan.

Dit zal dezelfde ingewikkelde discussies kunnen geven als er nu soms gevoerd moeten worden over de afwikkeling van verrekenbedingen die bij huwelijksvoorwaarden ooit zijn vastgelegd. Belangrijk verschil is echter dat de consequenties daarvan (als het goed is) door de notaris aan de aanstaande echtelieden zijn uitgelegd. Dat geldt ook voor de huwelijken die -zonder huwelijksvoorwaarden- onder het huidige regime worden gesloten: alles wordt in principe gemeenschappelijk, zowel de bezittingen als de schulden. Per 1 januari 2018 verandert dit ingrijpend. Het zal nog wel even duren voor de nieuwe regels in de rechtspraak enigszins zijn uitgekristalliseerd. Het is de vraag of aanstaande echtparen zich ten volle kunnen beseffen wat voor consequenties het nieuwe stelsel op termijn voor hen zal hebben.

Tot op heden zorgt het boterbriefje ervoor dat alle bezittingen en schulden gemeenschappelijk worden. Dat kan om flinke vermogens gaan. In de toekomst zal een bezoek aan de notaris nodig zijn om af te wijken van de nieuwe beperkte gemeenschap. Het wordt daardoor lastiger om onder valse voorwendselen te proberen het vermogen van de andere echtgenoot te confisqueren. Voor de zogenaamde gold-diggers is de nieuwe wet dus slecht nieuws.