In december 2018 heeft de Eerste Kamer het Belastingplan 2019 aangenomen. Hierdoor worden de tarieven geleidelijk herzien en zal het belastingstelsel uiteindelijk (in 2021) van vier naar twee schijven gaan. De eerste schijf wijzigt in 2019 naar 36,65 % (in 2020 naar 37,05 %), de tweede schijf wijzigt naar 38,10 % (in 2020 naar 37,80 %), de derde schijf wijzigt naar 38,10 % (in 2020 naar 37,80 %) en de vierde schijf wijzigt naar 51,75 % (in 2020 naar 50,50 %).  Per 1 januari 2021 geldt voor de inkomens tot € 68.507,- een tarief van 37,05 %, voor inkomens boven die grens geldt 49,50 %.

Het Belastingplan behelst daarnaast een afbouw van het percentage waartegen bepaalde aftrekposten, zoals de  hypotheekrente, de zelfstandigenaftrek, de MKB-winstvrijstelling en persoonsgebonden aftrekposten zoals partneralimentatie, in mindering kunnen worden gebracht. Het tarief wordt geleidelijk verlaagd van 46 % in 2020, naar 43 % in 2021, 40 % in 2020 tot 37,05 % in 2023.

Deze wijzigingen kunnen flinke consequenties hebben, zowel voor de alimentatieplichtige (alimentatie wordt tegen een steeds lager tarief afgetrokken) maar ook voor de alimentatiegerechtigde (wijziging hypotheekrente-aftrek, zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling). Uit de Kamerstukken volgt dat er voor bestaande gevallen geen overgangsregeling wordt getroffen. Partijen zullen in overleg moeten treden over de wijzigingen en bekijken of het bedrag moet worden herzien. Wanneer het niet lukt om in overleg tot een oplossing te komen kan het raadzaam zijn om advies in te winnen. Keetje IJff zal u graag van dienst zijn bij de beoordeling of de kosten van een procedure (wijzigingsverzoek) opwegen tegen de beoogde wijziging in de partneralimentatie (21 januari 2019).