Financieel misbruik van ouderen komt jaarlijks tienduizenden keren voor.  Vanwege de vergrijzing in Nederland is dit een toenemend probleem. Wanneer iemand ziet dat een familielid afglijdt is dat niet alleen pijnlijk om te zien, maar roept het daarnaast ook allerlei  vragen op van praktische aard. Tot welk moment is iemand in staat om zich te redden ? Dat geldt niet alleen voor het huishouden maar ook voor de financiën.

Wanneer het een oudere niet langer lukt om dit zelfstandig nog te behappen is het verstandig om een aantal maatregelen te nemen, zoals het afgeven van een of meer volmachten (bij voorkeur via de notaris, om discussie achteraf te voorkomen) en/of een levenstestament. Is er een verschil van inzicht over de noodzaak hiervan dan kan dat uiteindelijk leiden tot een procedure waarbij wordt verzocht om een onderbewindstelling (voor financiële kwesties) of curatele (financieel en persoonlijk). Vervolgens wordt door de rechter beoordeeld of dit noodzakelijk is. Soms wordt een onderzoek door een geriater opgelegd, waarbij in afwachting van de uitkomst van het onderzoek het bewind al wel kan worden ingesteld. Rechtszittingen zijn in het algemeen al erg stressvol, maar dat geldt natuurlijk temeer voor iemand die tijdens een zitting op zijn verstandelijke vermogens wordt beoordeeld. Het kan daardoor voorkomen dat iemand zich normaal gesproken redelijk kan redden maar op de zitting niet goed voor de dag komt waarna er een bewind wordt ingesteld. Soms oordeelt de rechter dat nader onderzoek door een geriater noodzakelijk is. Ik heb ik in mijn praktijk al meermalen meegemaakt dat zo’n (provisioneel) bewind na onderzoek van de geriater alsnog werd opgeheven.

Vaak wordt bewind aangevraagd met de beste bedoelingen, maar de grens tussen bezorgdheid en eigenbelang kan ook diffuus zijn. Is zo’n procedure in gang gezet uit vrees dat er niets over blijft van de erfenis dan kan iemand daarmee flink in zijn eigen voet schieten. Ondanks het bewind is het namelijk vaak nog wel mogelijk om -met toestemming van de kantonrechter- een testament te wijzigen. Degene die een procedure tot onderbewindstelling of curatele in gang heeft gezet, moet niet vreemd opkijken wanneer bij overlijden blijkt dat hij/zij is onterfd.

Het is duidelijk dat misbruik zoveel mogelijk voorkomen moet worden maar tegelijkertijd  dient de eigen beslissingsbevoegdheid van degene om wie het gaat zoveel mogelijk intact te worden gelaten. Het in gang van zetten van de onderbewindstelling of curatele is funest voor de onderlinge verstandhoudingen en dient pas als middel te worden ingezet wanneer alle andere mogelijke oplossingen zijn onderzocht en besproken.